Men zou bijna vergeten dat ten tijden van het COVID 19-virus nog recht wordt gesproken

Arrest Grondwettelijk Hof 26 maart 2020, nr. 49/2020

Verzoekende partijen (VZW Genootschap Advocaten Publiek Recht en een advocaat in eigen naam) vorderden de nietigverklaring van artikel 69 van het Vlaamse Kaderdecreet van 22 maart 2019 betreffende de bestuurlijke handhaving.

De verzoekende partijen hekelden o.m. “de kakofonie van de rechtsregels” die ontstaat doordat verschillende, naast elkaar lopende procedures, met ieder hun eigen kenmerken ontstaan. Daardoor zouden advocaten het risico lopen een verkeerde procedure te kiezen waardoor hun aansprakelijkheid in het geding zou komen. Het Grondwettelijk Hof stelde dat een zekere complexiteit niet uitzonderlijk is in het recht.

Ook het gegeven dat de overheid foutieve beroepsmodaliteiten zou vermelden bij de beslissingen dewelke zij nemen, doet het Hof geen voldoende belang ontwaren in hoofde van verzoekende partijen. Het Hof stelt dat het beweerde nadeel dewelke verzoekende partijen menen voor te houden op dit punt niet voortvloeit uit de bestreden bepaling, maar uit de mogelijkheid dat de overheid de op haar rustende verplichtingen niet zou nakomen.

Er wordt dan ook geen afdoende belang weerhouden in hoofde van beide verzoekende partijen.

Belangrijk om te onthouden is dat de complexer wordende regelgeving volgens het Grondwettelijk Hof geenszins problematisch is voor advocaten enerzijds, noch voor de naleving van de verplichtingen in hoofde van de overheid anderzijds.

U vindt de volledige tekst van het arrest hier.