Expertises Sectors

Share

08.01.2015

Aansprakelijkheid voor winterse valpartijen

De winter is, minstens was, weer in het land. Naast dolle pret leidt dit ook steevast tot overwerk op de spoeddiensten van onze ziekenhuizen. Kunnen de slachtoffers van deze dikwijls pijnlijke valpartijen daarvoor een derde aansprakelijk stellen? Veelal wordt dan in de richting van de overheid gekeken. Wat betreft de overheid is dit toch niet zo vanzelfsprekend, alhoewel niet uitgesloten. Misschien zijn er nog andere mogelijkheden! 

Gebrekkige zaak?

Weet daarbij dat het – inzake overheidsaansprakelijkheid in principe nochtans erg vruchtbare – leerstuk van de gebrekkige  zaak (art. 1384, lid 1 BW) u hier zelden of nooit soelaas biedt. Een zaak (een wegenis, of het nu een voetpad, een fietspad of een rijbaan is) is slechts gebrekkig indien zij behept is met een “abnormaal”  kenmerk dat van aard is om schade te kunnen veroorzaken aan de weggebruiker. Bij winterweer knelt het schoentje bij de “abnormaliteitsvereiste”. Dat water bij een temperatuur onder nul bevriest en de rijbaan glad maakt is veeleer normaal dan abnormaal. Om deze reden worden vorderingen gesteld op deze grondslag quasi altijd afgewezen.

Enkel in uitzonderlijke omstandigheden kan toch beroep gedaan worden op deze aansprakelijkheidsgrondslag. Zo bevond er zich bij kurkdroog, maar fel vriesweer plots een ijsplek op het diepste punt in een Brusselse tunnel. De volstrekt geïsoleerde ijsplek bleek het gevolg te zijn een verstopte rioolmond waardoor er op het diepste punt van de tunnel water stagneerde.  Het zal u niet bevreemden dat de rechtbank de plotse aanwezigheid van het (bevroren) water op die plaats op een voor het overige volstrekte droge rijbaan wel abnormaal achtte.

Fout van de wegbeheerder?

Gelukkig biedt de klassieke foutaansprakelijkheid (art. 1382 BW) wel mogelijkheden.  De wegbeheerder dient er inderdaad voor te zorgen dat hij slechts veilige wegen openstelt voor het verkeer. Betekent dit dat de wegen steeds sneeuw- en ijsvrij dienen te zijn? Neen! De overheid torst ter zake – ook bij winterweer – slechts een inspanningsverbintenis en geenszins een resultaatsverbintenis. Een inspanningsverbintenis impliceert natuurlijk wel dat de wegbeheerder zich inspanningen dient te getroosten. Deze inspanningen zullen functie zijn van het al dan niet aangekondigd karakter van het winterweer, de ernst van het verwachte winterweer, de budgettaire middelen, enz… Bovendien dient een normaal voorzichtige wegbeheerder daarop te anticiperen. In die zin kan er van hem verwacht worden dat hij – in overleg met de lokale gemeentelijke overheden – preventief een gladheidsbestrijdingsplan uitwerkt én zich daar vervolgens ook aan houdt. Dit zal als toetssteen fungeren bij de beoordeling van de fout van de overheid.

En de gemeentelijke veiligheidsverplichting?

Bijzondere aandacht is op zijn plaats voor de gemeente. Krachtens art. 135 Nieuwe Gemeentewet staat de gemeente in voor de veiligheid op alle wegen op haar grondgebied. Deze bijzondere veiligheidsverplichting strekt zich bijgevolg ook uit tot de wegen waarvan zij zelf niet de beheerder is. Denk bijvoorbeeld aan de gewestwegen. Of nog aan de kleine wegen en paden, dit zelfs als ze privé-eigendom zijn, tenminste in zoverre zij de facto “openbaar” gebruikt worden.

Gelukkig – voor de gemeente tenminste – staat het wel vast dat ook deze bijzondere veiligheidsverplichting slechts een inspanningsverbintenis is. Nu nooit tegelijkertijd alle wegen kunnen gestrooid worden lijkt het logisch dat de kleinere wegen slechts als laatste aan de beurt komen. In welke volgorde gestrooid wordt is bij uitstek iets dat de gemeente dient te beslissen, bij voorkeur op een transparante manier, bijvoorbeeld via de uitvaardiging van een doordacht strooiplan, gladheidsbestrijdingsplan of winterplan. Lang niet alle gemeenten hebben reeds dergelijk plan op tafel liggen…

Ons persoonlijk aanvoelen is dat de lat voor de gemeente toch wat hoger ligt. Zo niet was het ook niet nodig geweest een bijzondere gemeentelijke veiligheidsverplichting in het leven te roepen. Juist omwille van die bijzondere, uitdrukkelijke verplichting én omwille van het feit dat zij de meest nabije overheid is (zij zit met haar neus op de feiten) wordt de fout in hoofde van de gemeente veelal strenger ingeschat, zonder daarbij de redelijkheid uit het oog te verliezen…

En de aangelanden?

Specifiek voor de voetpaden is het reeds sinds mensenheugenis zo dat het merendeel van de gemeenten de zogenaamde aangelanden verplicht om de voetpaden sneeuw- en ijsvrij te maken, minstens ten belope van een vrije doorgang van 1 meter. Of dit in uw gemeente ook het geval is kan in dit internettijdperk relatief eenvoudig opgezocht worden. Dit geldt des te meer nu de meeste gemeenten dit tegenwoordig in hun GAS-reglement hebben voorzien. Toch blijven er verschillen:    
- niet in alle gemeenten geldt de verplichting;
- soms beperkt ze zich niet tot het voetpad, doch strekt zij zich uit tot het fietspad;
- de personen op wie de verplichting nu precies rust kunnen verschillen:
     o eigenaar, gebruiker, bewoner, huurder van een gebouw;
     o wat met de onbebouwde percelen?;
     o wat met de appartementsgebouwen (alle bewoners, enkel de bewoners van de gelijkvloerse verdieping, de vereniging van mede-eigenaars)?;
- de aard van de in te zetten bestrijdingsmiddelen (wegruimen, zout, as, zand, …).

Principieel lijkt ook de verbintenis van de aangelanden ons een inspanningsverbintenis. Gelet op de veel beperktere reikwijdte van de verplichting (louter de stoep voor de eigendom) spreekt het echter voor zich dat het de facto veel feller zal aanleunen bij een resultaatsverbintenis. Stellen dat u prioriteit diende te geven aan andere (strooi)verplichtingen zal moeilijk zijn…

Nu de eventuele aansprakelijkheid van de aangelanden buitencontractueel is, is zij in principe voor de BA-verzekeraar, hetzij de BA-familiale, hetzij de BA- uitbating.

En de handelaars?

Ook handelaars zijn aangelanden. Gelet op de klantrelatie lijken de verplichtingen in hoofde van de handelaar ons hoger te liggen. 

Maar vergeet nooit de eigen fout!

Last but not least is er de eigen fout. Geen debat over aansprakelijkheid zonder dat de eigen fout in beeld komt.

Diende je het gure winterweer wel te trotseren? Al te gemakkelijk wordt nog al eens geargumenteerd dat dit helemaal niet hoefde en dat jij op eigen risico buiten gegaan bent. Slecht weer geldt alleszins niet als “overmacht” voor elkeen onder ons die dient te gaan werken in het kader van een arbeidsovereenkomst. Gedroeg je je als een normaal voorzichtig weggebruiker? Droeg  je aangepast schoeisel? Weet dat dit geldt voor de voetganger maar evenzeer voor de autobestuurder. Reed je met winterbanden? Was het winterweer voorspeld of niet? Waarom was je – gelet op het in de media tot in den treure aangekondigde  sneeuwweer – in ’s hemelsnaam nog met je tweewieler ((motor)fiets) op stap?

De vragen tonen aan dat dit altijd erg feitelijk gekleurd is. Het bewijst het belang van snelle – zo mogelijk tegensprekelijke – vaststellingen. Onmiddellijke  foto’s van de vermaledijde ijzelplek, de bredere plaatsgesteldheid en de manier waarop de sneeuw en/of het ijs al dan niet bestreden werd zijn daarbij onontbeerlijk. Gewapend met deze gegevens dient vervolgens aangifte gedaan te worden bij de politie. Tevens past het onmiddellijk de in gebreke gebleven overheid te betrekken.