Expertises Sectors

Share

24.01.2022

Toegang tot het Fonds voor Medische Ongevallen aanzienlijk verruimd

Het Fonds voor Medische ongevallen bestaat ondertussen ruim 10 jaar. Eenieder herinnert zich de doelstelling van de wet: slachtoffers van medische ongevallen gemakkelijker en sneller vergoeden, ook wanneer er geen sprake is van een fout. In deze missie slaagt het Fonds tot op heden slechts zeer gedeeltelijk. Minstens ten dele is dit ook te wijten aan de stugge houding van het Fonds zélf bij de interpretatie van de wet.

Schoolvoorbeeld ter zake is de ‘ernstvoorwaarde’, die geldt bij Medische Ongevallen Zonder Aansprakelijkheid (MOZA). De wetgever legde de lat qua ‘ernst’ behoorlijk hoog, ongetwijfeld om een budgettaire ontsporing te voorkomen. Overeenkomstig art. 5, 2° Wet Medische Ongevallen komt enkel in aanmerking, de patiënt:

(i) die overlijdt,

(ii) die een blijvende arbeidsongeschiktheid van 25% of meer oploopt,

(iii) wiens levensomstandigheden ook economisch bijzonder zwaar verstoord zijn, of

(iv) die een tijdelijke arbeidsongeschiktheid gedurende minstens zes opeenvolgende maanden over een periode van twaalf maanden oploopt.

Omtrent die laatste voorwaarde ontstond discussie. Dient die tijdelijke arbeidsongeschiktheid geheel te zijn of volstaat een gedeeltelijke tijdelijke arbeidsongeschiktheid gedurende tenminste zes maanden? Uiteraard een groot verschil. Het Fonds verdedigde steevast de stelling dat het een volledige tijdelijke arbeidsongeschiktheid diende te zijn van ten minste zes maanden binnen het bestek van een jaar.

Een onfortuinlijke patiënt was het hier niet mee eens én haalde zijn gelijk bij het hof van beroep van Antwerpen. Het Fonds legde de vraag voor aan het Hof van Cassatie, dat de kwestie in het arrest van 7 oktober 2019 beslechtte. Volledigheidshalve kan nog meegegeven worden dat, eens het arrest geveld, het Fonds wel sportief is in de nederlaag. In het activiteitenverslag m.b.t. het jaar 2019 maakt het Fonds niet alleen melding van het betrokken arrest, doch voegt er aan toe dat het Fonds ‘na bespreking en in overleg met het beheerscomité beslist heeft haar adviespraktijk hieromtrent te wijzigen’.

De lat ligt voortaan bijgevolg een stuk lager.