Expertises Sectoren

Delen

20.12.2018

Vlaamse Regering keurt wijziging Onroerenderfgoedbesluit naar aanleiding van ex-post evaluatie goed

Met het oog op eventuele bijsturingen werden begin 2017 de eerste resultaten van het Onroerenderfgoeddecreet en de effecten ervan op het terrein geëvalueerd. Deze evaluatie resulteerde in de goedkeuring van een aantal aanpassingen aan het Onroerenderfgoeddecreet op 4 juli 2018.

Naar aanleiding van de wijziging van het Onroerendefgoeddecreet, diende vervolgens ook het Onroerenderfgoedbesluit te worden aangepast. Op vrijdag 14 december 2018 keurde de Vlaamse Regering de noodzakelijke wijzigingen aan het Onroerenderfgoedbesluit naar aanleiding van de ex-post evaluatie van de onroerenderfgoedregelgeving definitief goed.

Hieronder wordt een beknopt overzicht gegeven van de belangrijkste wijzigingen aan het Onroerenderfgoedbesluit. Voor een volledig overzicht verwijzen wij graag naar de documenten van de Ministerraad van vrijdag 14 december 2018 die via deze link geraadpleegd kunnen worden.

  1. Fusievriendelijke erkenningssystemen
    De erkenningen van intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten, onroerenderfgoedgemeenten en onroerenderfgoeddepots worden flexibeler en fusievriendelijker gemaakt.

  2. Gedifferentieerde erkenning
    Er wordt een gedifferentieerd erkenningssysteem voor archeologen ingevoerd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen twee types archeologen. Archeologen van het type 1 mogen alle vormen van archeologisch onderzoek uitvoeren, terwijl archeologen van het type 2 zich moeten beperken tot vooronderzoeken zonder ingreep in de bodem.

  3. Bekrachtiging van archeologienota’s vervangen door meldingsplicht
    De verwijzingen naar de huidige bekrachtigingsprocedure voor archeologienota’s wordt vervangen door de nieuwe procedure tot melding en aktename.

  4. Het aantal vrijstellingen van archeologisch vooronderzoek wordt uitgebreid

  5. Beperking beheersplanverplichting
    De verplichting tot het hebben van een geldig en goedgekeurd beheersplan om in aanmerking te komen voor een premie wordt beperkt tot beheersmaatregelen, werkzaamheden of diensten aan of in UNESCO-Werelderfgoed, beschermde stads- of dorpsgezichten, beschermde cultuurhistorische landschappen, beschermde archeologische sites en grote of langdurige werkzaamheden aan of in beschermde goederen of erfgoedlandschappen waarvoor een meerjarenpremie-overeenkomst wordt afgesloten.

  6. Premie opmaak beheersplan verdwijnt
    De zogenaamde onderzoekspremie voor de opmaak van een beheersplan wordt geschrapt.

  7. Premiepercentages worden aangepast
    De vroegere erfgoedpremie van 80% verdwijnt. De erfgoedpremie van 60%, die vandaag beperkt is tot ZEN-erfgoed en onderwijsgebouwen, wordt daarentegen verruimd tot beschermde gebouwen die bestemd zijn voor een erkende eredienst, beschermde goederen met een publieksfunctie in eigendom van een gemeente, autonoom gemeentebedrijf, OCMW, welzijnsvereniging of een sociale huisvestigingsmaatschappij, open erfgoed en opengestelde, maalvaardige molens.

  8. Bijkomende premies van 10%
    In een aantal gevallen wordt voorzien in een bijkomende premie van 10%, meer bepaald voor de zogenaamde ‘voorbeeldige beheerders’ en vzw’s die het herstel en het beheer van beschermde goederen of erfgoedlandschappen tot doel hebben.

  9. Verhoging premie voor buitensporige opgravingskosten
    De premie voor buitensporige opgravingskosten wordt opgetrokken tot 80%.

  10. Nieuwe premie voor archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem
    De wijzigingen zullen getrapt in werking treden. Het gros van de bepalingen treedt in voege op 1 januari 2019. De bepalingen met betrekking tot archeologie zullen in werking treden op 1 april 2019 aangezien de uitvoering hiervan nog verder moet worden geregeld via ministeriële besluiten. Een beperkt aantal bepalingen (erkenningsvoorwaarden en rapporteringstermijnen van onroerenderfgoedgemeenten, intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten en onroerenderfgoeddepots) zal pas in voege treden op 1 januari 2020. Tot slot zal de beheersplanverplichting voor UNESCO-Werelderfgoed pas in werking treden op 1 januari 2022 teneinde de betrokken actoren voldoende tijd te geven om hiervoor de nodige stappen te ondernemen.