Expertises Secteurs

Share

24.02.2016

Grondwettelijk Hof maakt een einde aan de praktijk van de ambtshalve genomen hypothecaire inschrijving door de fiscus tijdens de duur van de opschorting van een WCO-procedure

Het Grondwettelijk Hof heeft bij arrest van 18 februari 2016 geoordeeld dat de interpretatie die de fiscus geeft aan artikel 31 van de Wet Continuïteit Ondernemingen tot discriminatoire situaties kan leiden waarbij de (BTW)-fiscus ongerechtvaardigd wordt bevoordeeld. Deze interpretatie schendt het gelijkheidsbeginsel van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Artikel 31 WCO behelst het algemeen principe dat tot zekerheid of uitvoering van schuldvorderingen geen beslag kan worden gelegd tijdens de opschortingsperiode die eigen is aan een procedure van gerechtelijke reorganisatie. Deze regel waarborgt de gelijkheid tussen schuldeisers. Krachtens artikel 425 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen (92) en artikel 86 van het BTW-wetboek heeft de fiscus een wettelijke hypotheek op alle goederen van de schuldenaar (en in sommige gevallen ook op zijn echtgenoot en kinderen). Hij moet deze hypotheek laten inschrijven.

In de praktijk gebeurt het dat de fiscus gebruik maakt van zijn wettelijk hypotheekrecht tijdens een procedure van gerechtelijke reorganisatie. De fiscus kan deze wettelijke hypotheek niet laten uitvoeren (art. 30 WCO), maar heeft door de ambtshalve inschrijving ervan een bevoorrechte positie na het einde van de WCO-procedure. De gevolgen van deze inschrijving zijn dus feitelijk dezelfde als bij beslag, wat echter door artikel 31 WCO uitdrukkelijk wordt verboden. Deze praktijk van de fiscus toelaten omdat artikel 31 WCO de wettelijke hypotheek van de fiscus niet uitdrukkelijk vermeldt, creëert dan ook een ongelijke behandeling tussen de fiscus en de overige gewone schuldeisers. 

Het Grondwettelijk Hof maakt hiermee een einde aan de geschetste praktijk van de fiscus. Voortaan zal hij zijn wettelijk recht tot hypothecaire inschrijving niet kunnen uitoefenen tijdens de opschortingsperiode van een procedure van gerechtelijke reorganisatie. Zodoende wordt de fiscus teruggefloten en wordt hij gelijk gesteld met de overige gewone schuldeiser.

Erwin Jennen en Glenn Smet maken deel uit van de vakgroep Ondernemingsrecht.