Expertises Secteurs

Share

31.07.2018

Ook overheden voortaan strafrechtelijk aansprakelijk, doch zonder dat zij effectief gestraft kunnen

Afschaffing van de strafrechtelijke immuniteit van publiekrechtelijke rechtspersonen...

Toen in 1999 de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen werd ingevoerd met artikel 5 Strafwetboek, werd daaraan in één adem toegevoegd dat zulks niet gold voor de meeste publiekrechtelijke rechtspersonen, zeg maar de overheden, zoals de federale staat, de gewesten en gemeenschappen, de provincies, de gemeenten, … Men achtte het niet opportuun om overheden bloot te stellen aan strafrechtelijke vervolging.

Een ongewild neveneffect van de immuniteit van de publiekrechtelijke rechtspersoon, was dat de mandatarissen geregeld in persoon strafrechtelijk geviseerd werden. Het meest geruchtmakende geval is ongetwijfeld de burgemeester van Damme. Aangezien de gemeente niet strafrechtelijk aangesproken kon worden, werd hij persoonlijk strafrechtelijk gedagvaard én veroordeeld (tenminste in eerste instantie) wegens het onopzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen ingevolge een verkeersongeval op een weg in zijn gemeente. Deze zaak deed dusdanig veel stof opwaaien dat in 2015 een wetsontwerp werd ingediend in het parlement om de strafrechtelijke immuniteit van overheden op te heffen. Na enkele jaren debatteren werd de wet op 5 juli 2018 goedgekeurd, op 11 juli 2018 afgekondigd en op 20 juli gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.  Thans - op 30 juli 2018 - treedt de nieuwe regeling in werking.

Doch dit kan louter tot “de eenvoudige schuldigverklaring” van de publiekrechtelijke rechtspersoon leiden

Vanaf heden kunnen overheden bijgevolg strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. Dit betekent echter niet dat zij ook daadwerkelijk gestraft kunnen worden. De wetgever bepaalde uitdrukkelijk dat de overheden enkel en alleen kunnen veroordeeld worden tot “een eenvoudige schuldigverklaring”, en dus níet, zoals alle andere rechtspersonen, tot de klassieke straffen voor rechtspersonen zoals een geldboete, de verbeurdverklaring, de ontbinding, enz…

Op strafrechtelijk gebied blijft de impact op de overheden dus veeleer beperkt. Op burgerlijk gebied zou de impact heel wat groter kunnen zijn. Verwacht mag worden dat de overheden voortaan ook strafrechtelijk geviseerd zullen worden. Slachtoffers kunnen dit - via de figuur van burgerlijke partijstelling en de rechtstreekse dagvaarding – ook zelf doen, m.a.w. los van het openbaar ministerie.

Publiekrechtelijke rechtspersonen zullen met deze gewijzigde realiteit rekening moeten houden.

Tevens afschaffing van de ingewikkelde decumulregeling

Geheel los van de problematiek van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van publiekrechtelijke rechtspersonen heeft de wetgever van de gelegenheid gebruik gemaakt om in zijn algemeenheid ook de zogenaamde decumulregeling af te schaffen. Deze - het weze gezegd ingewikkelde - regeling gold enkel voor onopzettelijke misdrijven. Wanneer deze tegelijkertijd begaan werden door een rechtspersoon en een natuurlijke persoon, kon slechts één van beiden veroordeeld worden, meer bepaald diegene die “de zwaarste fout” had begaan. De strafrechter diende dit geval per geval “in concreto” te beoordelen.

Deze beoordeling was in de praktijk erg moeilijk. Zij leidde tot uiteenlopende rechtspraak. Om die reden én omwille van haar complexiteit werd de regeling van in de beginne sterk bekritiseerd door de rechtsleer. Rechtsvergelijkend onderzoek leerde bovendien dat enkel België een dergelijke regeling scheen te kennen. Om al die redenen heeft de wetgever ook deze decumulregeling thans afgeschaft.

Voortaan, dus ook vanaf 30 juli 2018, kunnen rechtspersonen en de ervan deel uitmakende natuurlijke personen steeds beiden én tegelijkertijd worden veroordeeld. Uiteraard kan dit slechts in zoverre de individuele schuld in hoofde van elk van hen bewezen wordt geacht.

Op die manier kan - minstens theoretisch - én de gemeente én haar burgemeester nog steeds strafrechtelijk veroordeeld worden, de eerste tot de eenvoudige schuldigverklaring, de tweede tot een straf.

Voor meer informatie hierover kan u contact opnemen met de vakgroep Aansprakelijkheids-, Verzekerings- en Strafrecht.