Expertises Secteurs

Share

14.06.2021

Seizoen van de Antwerpse krotbelastingen

Jaarlijks vestigt de stad Antwerpen in de periode rond mei en juni de aanslagen in de verschillende krotbelastingen die in haar gemeentelijke belastingreglementen zijn voorzien.

Het gaat meer bepaald om (1) de belasting op leegstaande woningen en/of gebouwen, (2) de belasting op uiterlijk verwaarloosde onroerende goederen en (3) de belasting op ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen. Dit zijn courante belastingreglementen. Vrijwel elke gemeente heeft ze.

Het doel van deze belastingen is eenvoudig: het tegengaan van de ontwaarding van het onroerend patrimonium als gevolg van leegstand en verwaarlozing.

Zo lovenswaardig het doel van deze belastingen, zo venijnig deze belastingen steken. We denken in het bijzonder aan complexe, langdurige renovatieprojecten van appartementsgebouwen.

Deze belastingen worden jaarlijks geheven aan een opklimmend tarief. Hoe langer de specifieke toestand van verkrotting duurt, hoe hoger de belastingen oplopen.

De belastingen worden in twee afzonderlijke administratieve fases opgelegd: (1) de fase van inventarisatie en (2) de fase van belastingheffing.

De procedure begint met de kennisgeving van inventarisatie die aan de eigenaar wordt bezorgd. Indien de eigenaar niet akkoord is met de inventarisatie van het onroerend goed dient de eigenaar het voorziene administratief beroep in te stellen tegen deze beslissing. Zo niet kan de eigenaar het recht verliezen om in de fase van de eigenlijke belastingheffing te beargumenteren dat de inventarisatie onterecht was.

Blijkt de inventarisatie van het onroerend goed terecht of wordt men pas eigenaar nadat het onroerend goed al is geïnventariseerd dan is een administratief beroep tegen de inventarisatie mogelijk van weinig nut of zelfs niet mogelijk geweest.

Om te vermijden dat het alsnog tot een belasting komt, kan de eigenaar een vrijstelling van belasting aanvragen. De belastingreglementen bevatten een rist aan vrijstellingsbepalingen. In het bijzonder wijzen we op de vrijstellingen die verband houden met al dan niet vergunningsplichtige werkzaamheden die het einde van de belastbare toestand beogen.

Indien geen vrijstelling kan worden verleend, mondt de procedure uiteindelijk uit in een belasting. De eigenaar ontvangt dan een aanslagbiljet. Is de eigenaar het niet eens met de belasting, dient de belasting te worden betwist met een administratief bezwaar. Het bezwaar moet worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van het aanslagbiljet. Deze termijn is een vervaltermijn. In beginsel geldt: te laat is te laat.

Indien ook het administratief bezwaar niet tot een oplossing leidt, is een beroep bij de rechtbank mogelijk.

Deze belastingen kunnen oplopen tot tienduizenden of honderdduizenden euro afhankelijk van het aantal wooneenheden in het kwestieuze onroerend goed en het aantal jaren dat de belastbare toestand aanhoudt.

De eigenaar van het onroerend goed heeft er alle belang bij om het niet zo ver te laten komen door tijdig de nodige stappen te ondernemen.

Indien u vragen heeft over de toepassing van de krotbelastingen op uw project aarzel niet om contact met ons op te nemen.

Auteur: Henk Desmet

Mede-contactpunt: Bart Goossens